Begin 1950 was er een voordracht van Burgemeester en Wethouders aan de Gemeenteraad, tot het aanleggen van een volkstuinencomplex aan de Hemweg. Op 7 februari 1951 werd besloten een krediet van ƒ 504.000,– beschikbaar te stellen. Het toezicht op de uitvoering van het werk werd opgedragen aan de Nederlandse Heide Maatschappij. Een merkwaardigheid bij de aanleg van dit complex was, dat het terrein was bedekt met een laag zand, dat eerst afgegraven moest worden, waarna een laag zwarte grond kon worden aangebracht. Een bijzonderheid was verder, dat voor ieder tweetal tuinen een klein dubbeltuinhuisje volgens uniform model, daarop werd gebouwd.
Begin 1953 was het tuincomplex gereed en sloot de Gemeente Amsterdam met de Bond van Volkstuinders een contract af voor een periode van 25 jaar en kreeg deze nieuwe tuingroep de naam Zonnehoek. Tegen een dergelijke lange termijn bestond geen bezwaar, omdat het terrein bestemd was voor de blijvende vestiging van volkstuinen.
De secretaris schreef in zijn eerste jaarverslag: “Wij kwamen op een geheel aangelegd tuincomplex, voorzien van clubhuis, tuinhuisjes, waterleiding, paden, heggen en beplanting; alleen de eigen tuin moest nog door iedereen worden bewerkt!” De meeste tuinders gingen met hart en ziel hun eigen stukje grond bewerken, waar zij met verlangen naar hadden uitgekeken.
> 1 > 2 > 3 > 4 > 5 > 6 > historische foto’s